Ik moet kleur bekennen dus vertel ik het in geuren en kleuren met het schaamrood op de kaken. Ja, ik erger me groen en geel, maar ik heb een blauwtje gelopen. Nou, zo zwart wit was het natuurlijk niet. Ik ben immers geen groentje meer.
Buurmans gras is altijd groener, dat heeft niets met blauwe bonen van doen. Ach, deze grijze duif maakt het niet uit al is niet alles pimpelpaars met een goud randje.
Dat kan bruintje niet trekken, maar je kunt wel een wit voetje halen. Ik geloof je op je blauwe ogen. Mooi rood is niet lelijk. En dat op een blauwe maandag. En wat moet ik met dat donkerbruin vermoeden?
En ondanks alles probeer ik binnen de lijntjes te kleuren.