Gisteravond reden we naar Culemborg om onze schoonzus vast te feliciteren met de verjaardag die ze woensdag verder in stilte viert. Even voorbij Lopik zagen we in de verte oranje zwaailichten en de contouren van wat een tent zou kunnen zijn. Dichterbij gekomen bleek het om een gekantelde vrachtwagen te gaan bij de rotonde richting IJsselstein. Men was juist bezig door grote luchtkussens op te pompen het geheel weer op de wielen te zetten. Eigenlijk had ik best even willen kijken maar dat ging niet. We werden linksom over de rotonde geleid en moesten door Benschop onze weg vervolgen. Een smalle weg met om de honderd meter een hindernis. Pas in IJsselstein zagen we de lichtjes van ’s lands grootste kerstboom.
Ook de terugweg verliep met de nodige vertraging. Voor ons reed, weer met oranje zwaailicht een sleepauto die een vrachtwagen met aanhanger trok. Dat ging om begrijpelijke redenen niet al te snel. Vooral de vijf rotondes die we achter het gevaarte passeerden werden zeer zorgvuldig genomen.
En, toen de trage combinatie eindelijk rechtsaf sloeg naar het industrieterrein van Lopik namen de witte wieven het hinderen over. Dikke mist beperkte mijn zicht tot nauwelijks vijftig meter.
Eenmaal thuis vond ik dat deze Bob wel een slaapmutsje verdiend had. En even tijd om dit blogje in elkaar te flansen.