We mogen het graag doen, een spelletje kaarten. Ik heb dat van huis uit meegekregen, we speelden van alles. Maar vooral klaverjassen, als het om ervaring gaat staat dat met stip op de eerste plaats. Nog steeds spelen we regelmatig, in de Amsterdamse of Rotterdamse versie, afhankelijk van het gezelschap.
Zaterdagavond was wel heel bijzonder. Wat me in al die jaren nooit eerder is overkomen, we speelden een pit, een doormars, voor wie het spel niet kent, we haalden alle slagen. Ja, dat komt iedere kaartavond wel een keertje voor. Maar nu omdat mijn maat alle acht troeven in hand had. We hadden geen van vieren dat ooit meegemaakt. Hij had niet alleen acht klavers in de hand, de kleur werd ook nog als troef gedraaid.
Als ik het goed heb is de kans dat dit nog een keer gebeurt een op de vier maal tweeëndertig tot de eenenndertigste. Ik ga dat verder niet uitrekenen, zeg maar nagenoeg nul.