Carl Linnaeus 1707-1778

Als zoon van een dominee was hij voorbestemd in de voetsporen van zijn vader te treden maar een theologische studie zag hij niet zitten. Liever biologie en geneeskunde, dat lag hem beter. Hij studeerde in Uppsala maar kon daar zijn artsenbul niet halen. Daarom ging hij in 1737 naar Harderwijk en, met zijn diploma op zak trok hij door naar Leiden.

Op voorspraak van Boerhaave werd bij de lijfarts van de rijke bankier Clifford. Op diens buiten in Heemstede bracht hij de in de botanische tuin alle planten in kaart. Anders dan toen gebruikelijk was ging hij daarbij uit van de kenmerken van de bloeiwijze. En hij ging uit van de gelijkenis. Zo classificeerde en benoemde hij de daar bekende flora.

In een vervolgonderzoek nam hij de fauna in behandeling. Volgens hetzelfde principe onderscheidde hij zoogdieren, vissen, vogels, reptielen, insecten, wormen en een testgroep, monsters.

Het was tegen het zere been van de kerk dat hij de mens onder de zoogdieren, preciezer onder de primaten schaarde.

Na wat omzwervingen keerde hij terug naar Zweden waar hij zijn studies voort zette en de resultaten keer op keer verfijnde.

Hoewel er in de loop van tijd wel de nodige correcties plaatsvonden is zijn systeem nog steeds in gebruik.

Tot 1768 was hij als rector magnificus aan de universiteit Uppsala verbonden. Om gezondheidsredenen, een aantal hersenbloedingen moest hij die activiteiten staken. Hij overleed in 1778.

2 Comments

  1. Ooit werkte ik op de Lagere Tuinbouwschool Linnaeus.
    Ik mocht zelfs een jubileumboekje over de geschiedenis schrijven.
    Een oprichting bijeenkomst in een cafe op de Kalverstraat Amsterdam op 3 mei 1867.

    Nu is het een vestiging van Yuverta …

    Nostalgische groet,

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.